Voor de uitvoering van het grondbeleid wordt als grondslag het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gehanteerd. De ‘notitie Grondexploitatie 2016’ is een notitie waarin de commissie BBV aangeeft op welke wijze één en ander concreet in de begroting en jaarrekening verwerkt en verantwoord moet worden.
Naast deze notitie is er ook een vraag en antwoord rubriek van de commissie BBV beschikbaar
Uit deze antwoorden en de notities blijkt dat het nemen van tussentijdse winst niet meer optioneel is, maar verplicht gesteld wordt middels een voorgeschreven rekenmethode waarbij naast het voorzichtigheidsbeginsel het realisatiebeginsel een belangrijke factor is geworden om winst te nemen. Dit resulteert erin dat dit jaar winsten worden genomen die in de begroting op een later moment waren voorzien.

Classificatie gronden per 1-1-2018
Hieronder staat de classificatie van de gronden gebaseerd op de ‘notitie Grondexploitatie
2016’ van het BBV. Alleen de categorie Bouwgrond in exploitatie (BIE) valt binnen het ondernemerschap van het grondbedrijf. Overige gronden vallen onder de materiële vast activa (MVA).

De volgende projecten vallen onder de categorie Bouwgrond in exploitatie (BIE):

1. De Grote Hout
2. Wijkermeerweg
3. Kalverstraat
4. Oud IJmuiden
5. Snippenbos
6. Van den Vondellaan
7. Stadspark IJmuiden

Boekwaarden en verliesvoorzieningen BIE (bedragen in euro’s)

De totale boekwaarde bedroeg op 1-1-2017 € 31.662.000 en is op 31-12-2017 gedaald naar
€ 17.016.000. Dit komt voornamelijk door een aanzienlijke gronduitgifte van het natte terrein bij Grote Hout. De boekwaarden in bovenstaande tabel zijn gepresenteerd exclusief de getroffen verliesvoorzieningen voor de Grote Hout, Kalverstraat, en Oud IJmuiden.
Het totaal bedrag aan verliesvoorziening voor de BIE locaties Grote Hout, Kalverstraat en Oud IJmuiden bedraagt per 1-1-2018 € 8.897.000. Daarmee is de totale getroffen verliesvoorziening voor BIE afgenomen met € 797.000 ten opzichte van 1-1-2017.

Geprognosticeerd resultaat BIE
Opgemerkt moet worden dat de prospecties “toekomstvoorspellingen” zijn. Hierbij wordt op basis van alle beschikbare informatie een zo realistisch mogelijk resultaat voorspeld.

De nog te maken kosten zijn geraamd op € 3.931.000 en de nog te realiseren opbrengsten
€ 13.507.000 (exclusief rente). Het totaal geraamde eindresultaat van de grondcomplexen wordt bepaald op basis van de netto contante waarde. Waarbij het complex resultaat wordt bepaald op basis de berekende netto contante waarde van het grondcomplex plus eventuele tussentijdse winstnemingen.

Het totaal geraamde eindresultaat (exclusief getroffen verliesvoorzieningen) van alle grondcomplexen tezamen is gestegen van € 6.947.000 negatief (netto contante waarde per 1-1-2017) naar € 6.106.000 negatief (netto contante waarde per 1-1-2018).

Voor complexen met een negatief resultaat is het  negatieve resultaat afgedekt door een verliesvoorziening.

Winstnemingen
De wetgeving (BBV) is gewijzigd. Tussentijdse winstnemingen, onder bepaalde voorwaarden, zijn niet meer optioneel maar verplicht. Hierdoor is er in 2017 voor € 1.789.000 aan tussentijdse winst genomen op grondexploitaties met een positief resultaat.

Daarnaast is één project afgesloten met een negatief resultaat van € 102.000. Hiermee was rekening gehouden middels een getroffen verliesvoorziening. Die verliesvoorziening is nu verwerkt als dekking voor het gerealiseerde verlies.

Strategische aankopen
In de Kadernota ontwikkeling van het Grondbeleid (raadsbesluit 20 september 2012) is
het maximum voor strategische aankopen vastgesteld op € 10 mln. De boekwaarden van de strategisch aangekochte locaties die opgenomen zijn onder de materiële vaste activa zijn in mindering gebracht op het beschikbare bedrag voor de strategische aankopen. Het saldo per 1 januari 2017 was € 9.745.000. In 2017 heeft er een strategische aankoop plaatsgevonden ter hoogte van € 220.000. Het restant bedrag voor aanwending van strategische aankopen in het kader van het grondbeleid per 1-1-2018 is daarmee bepaald op € 9.525.000.

Werkbudget plankosten
Op basis van de kadernota Ontwikkeling van het Grondbeleid van september 2012 is bepaald dat een post werkbudget plankosten beschikbaar is voor het kunnen uitvoeren van het strategische grondbeleid. Als dekking is de post doorbelasting plankosten opgenomen. Beide posten zijn € 101.000 per jaar (na indexatie). In 2017 zijn geen mutaties geweest op deze posten.