Garanties / Borgstellingen / Achtervang borgstellingen

Dit is het risico dat een partij waarvoor Velsen borg staat niet meer aan zijn/haar verplichtingen kan voldoen. Borgstellingen worden, op twee uitzonderingen (Wooncorporaties en HVC) na, in de berekening voor de omvang van het risico meegenomen voor 10% van het bedrag van de borgstelling.

Woningcorporaties

Indien een woningcorporatie niet zelfstandig aan haar verplichtingen kan voldoen, worden de tekorten in eerste instantie gedragen door de buffers van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en de overige corporaties. Mochten deze reserves niet toereikend zijn dan staan alle gemeenten en het Rijk garant voor deze tekorten door renteloze leningen te verstrekken aan het Waarborgfonds. Het Rijk staat garant voor 50% en de gemeenten ook. De gemeenten waar de corporaties zijn gevestigd die schade lijden, worden voor 25% van dit deel aangesproken, de overige gemeenten voor het restant (25%). In 2017 staat de gemeente garant voor de corporaties binnen de gemeente tot een bedrag van € 118,7 mln (per 31-12-2017).

De gemeente staat voor niet meer garant dan het WSW aan leningen toestaat aan de woningcorporaties. Jaarlijks stelt het WSW per woningcorporatie het borgingsvolume vast. Het risico van de leningen en garantstellingen is in principe dat deze corporaties niet langer kunnen voldoen aan de rente- en aflossingsverplichting.

Wonen
In het kader van langer zelfstandig wonen staat de gemeente garant voor een lening van een serviceflat. Deze telt voor 10% mee in het risico.

HVC

Velsen staat via het Afvalschap IJmond-Zaanstreek samen met 48 gemeenten en 5 waterschappen garant voor de leningen en verliezen van HVC. Deze garantie vloeit voort uit het aandeelhouderschap van de betreffende gemeenten in HVC. In eerste instantie staan de aandeelhouders gezamenlijk garant. Daarnaast zijn de aandeelhouders ook hoofdelijk aansprakelijk, d.w.z. ieder afzonderlijk. Aangezien gemeenten niet failliet kunnen gaan en altijd aan hun verplichtingen zullen voldoen, zal hoofdelijke aansprakelijkheid niet aan de orde zijn.

Omdat voor de garantstelling een provisie geldt van 1%, is besloten in dit specifieke geval bij het risicobedrag voor het weerstandsvermogen eveneens uit te gaan van 1% van de waarde van de volledige garantstelling, dit wijkt af van de standaard van 10 %. Het restantbedrag van de geldlening bedraagt € 152 mln (per 31-12-2017).

Zeehaven NV
De gemeente staat borg voor een bedrag van € 13 mln voor Zeehaven NV. De gemeenteraad heeft in haar vergadering van februari 2018 ingestemd met een nieuwe financieringsovereenkomst tussen Zeehaven N.V. en de BNG waarbij de borg wordt verlaagd naar € 9 mln.

Sportverenigingen
De gemeente Velsen staat borg voor leningen van diverse sportverenigingen. Deze tellen voor 10% mee in het risico.

Hypotheken
De gemeente staat op basis van een oude regeling borg bij diverse banken voor hypothecaire leningen voor een bedrag van € 5,3 mln.

Open einderegelingen

De gemeente is op basis van diverse wet- en regelgeving verplicht om hulp of assistentie te verlenen. Dit worden ook wel de open einderegelingen genoemd. De middelen die voor deze regelingen beschikbaar zijn in de begroting kunnen mogelijk niet toereikend zijn om de werkelijke aanvragen te dekken, indien de vraag onverwacht sterk stijgt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het minimabeleid (waaronder de bijzondere bijstand), de gemeentelijke schuldhulpverlening, Wmo-maatwerkvoorzieningen (zoals hulp bij het huishouden en Begeleiding), bijstandsuitkeringen, de taken die zijn belegd bij IJmond Werkt! in het kader van de Participatiewet en de uitvoering van de Jeugdwet. Om deze overschrijdingen op te vangen zijn voor de open einderegelingen van het Sociaal Domein reserves ingesteld.

Verwacht wordt dat de kosten voor het Sociaal Domein, met name door de uitvoering van de Jeugdwet, zullen toenemen. Onder andere door de ontwikkelingen op het gebied van de zorgvraag en het hanteren van een normtarief. De reserve is niet toereikend om het verwachte tekort de komende jaren op te vangen.

Stijgende marktrente

Als de rente op de geld- en kapitaalmarkt zich ongunstig ontwikkelt ten opzichte van de percentages die in de begroting zijn opgenomen, moeten we rekening houden met extra rentelasten (zie ook de Paragraaf financiering). De ontwikkeling van de rente is moeilijk in te schatten. In 2017 was de rente historisch laag. De kans dat dit risico zich voordoet is geschat op 50%